30 Nestgelegenheid Zwarte stern
30 Nestgelegenheid Zwarte stern
30 Nestgelegenheid Zwarte stern
Dit pakket richt zich specifiek op de zwarte stern. Van nature broeden ze op drijvende dichte watervegetatie, zoals krabbenscheer. Bijna alle zwarte sterns in Nederland broeden tegenwoordig op kunstmatige nestvlotjes. De kwaliteit van de nestvlotjes is belangrijk voor een goed broedsucces.
Stappenplan uitleggen nestvlotjes
De volgende stappen zijn van belang om de zwarte stern te ondersteunen:
Stap 1: Kies de juiste locatie
- Rustige gebieden met zo min mogelijk menselijke verstoring.
- In sloten van minstens 4-5 meter breed met flauwe oevers.
- Indien mogelijk: niet jaarlijks in dezelfde sloot. Predatoren lijken graag terug te komen waar ze het voorgaande jaar een smakelijk hapje vonden.
- Geen hoog opgaande bomen en struiken in de directe omgeving.
- Geen plaatsen waar grauwe ganzen in grote aantallen overnachten.
- Plekken met veel drijvende waterplanten vegetatie.
Stap 2: Kies de juiste vlotjes
- Ongeveer 50 bij 50 centimeter groot.
- De (uiteindelijke) hoogte is gelijk is aan het wateroppervlak, of maximaal 0,5 centimeter erboven. Dit is om te zorgen dat de jongen terug op het vlotje kunnen klimmen.
- Houten of kunststof vlotjes: de zwarte stern is niet kieskeurig qua ondergrond.
Stap 3: Zorg dat de vlotjes goed aangekleed zijn
- Bedek de vlotjes met waterplanten en modderhoopjes.
- Let op dat het geen hoge bouwsels worden, waar de jongen niet op kunnen klimmen. Na toevoeging van het gewicht van de bedekking mag het vlotje maximaal 0,5 centimeter boven het wateroppervlak uitsteken.
Stap 4: Leg de vlotjes uit
- Leg de vlotjes uit in de periode 25 april – 5 mei.
- Plaats de vlotjes op meer dan 1,5 – 2 meter uit de oever om predatie te beperken.
- Hanteer als richtlijn clusters van 5 – 20 vlotjes, met een onderlinge afstand van minstens 5 meter.
Stap 5: Verwijder de vlotjes na het broedseizoen
- Haal de vlotjes half augustus weer uit het water voor de winteropslag: zo kan je de vlotjes meerdere jaren blijven gebruiken.
Zorg voor een goede leefomgeving
Behalve voldoende geschikte nestgelegenheid, is ook voldoende voedsel en rust cruciaal.
Minder verstoring in de fase dat er kuikens zijn, is te realiseren door in overleg met boeren een aangepast maaibeheer te voeren. Maai aangrenzende percelen niet in de periode juni-juli, en als de boer toch moet maaien: laat een strook van 2 meter langs de kolonie staan tot alle kuikens zijn uitgevlogen. Hierbij zorg je voor dekking voor de jongen.
Zwarte sterns eten kleine visjes, amfibieën, insecten en regenwormen. Vergroten van het voedselaanbod door het realiseren van kruidenrijke slootkanten is zinvol, denk aan pakket 10 Natuurvriendelijke oever of pakket 12 Ecologisch slootschonen.