16 Vogelakker
16 Vogelakker
16 Vogelakker
Op een Vogelakker teelt een boer op het gehele perceel verschillende gewassen in stroken:
- Op ongeveer 75% van de oppervlakte, stroken met een meerjarig eiwitgewas (luzerne of grasklaver)
- Op ongeveer 25% van de oppervlakte, stroken met een ingezaaid mengsel
Op een Vogelakker zijn de stroken met een ingezaaid mengsel geheel ten gunste van akkervogels. De stroken met een meerjarig eiwitgewas kan de boer meerdere keren per jaar maaien en gebruiken als veevoer.
Breedte van de stroken
Kies voor de stroken met natuurbraak voor een breedte van 9 – circa 15 meter.
- Maak de stroken niet smaller dan 9 meter, om het risico op predatie niet onnodig te vergroten en de strook aantrekkelijk genoeg te maken om in te broeden.
- Stroken breder dan circa 15 meter zijn ook niet wenselijk. Juist de overgangen tussen stroken (hoge en lage vegetatie) is gunstig voor het jaagsucces van roofvogels. Bij te brede stroken, zijn er minder overgangen op een perceel.
Inzet van pakket Vogelakker: afhankelijk van de doelsoort(en)
Hoofddoel van dit pakket is voedsel bieden aan muizenetende roofvogels en uilen. Wil je het beheer richten op andere akkervogels, dan is een ander beheerpakket mogelijk een betere keuze.
Hou rekening met de volgende aandachtspunten:
- Afstand tot opgaande beplanting: Vogelakkers wil je op ruime afstand van bebouwing, bomen en struweel aanleggen. Roofvogels, uilen en veldleeuweriken hebben graag open akkerland.
- Roofvogels en uilen: voor hen zijn vooral de stroken met een ingezaaid mengsel heel interessant, daar komen de meeste muizen voor.
- Veldleeuwerik: de veldleeuwerik broedt graag in luzerne. Check wel of in de omliggende akkerpercelen nog redelijke aantallen veldleeuweriken voorkomen. Als dit niet het geval is, dan is de kans klein dat de Vogelakker door deze soort gebruikt wordt. Overigens is pakket 19 Kruidenrijke akkerrand in combinatie met reguliere luzerneteelt, zomergraan of extensief grasland ook effectief, en een stuk goedkoper.
- Patrijs: de patrijs heeft een laat broedseizoen, het maaien van de stroken met eiwitgewassen is daardoor heel risicovol (dit geldt overigens ook voor de kwartel en de kwartelkoning). De patrijs heeft wel graag een ligging nabij begroeiing, maar het pakket Wintervoedselakker is beter passend dan de Vogelakker met het hoge aandeel luzerne.
Het concept achter de vogelakker
In de stroken met een ingezaaid mengsel komen veel muizen voor. De vegetatie in deze stroken is alleen vrij hoog, waardoor de muizen moeilijk te vangen zijn voor roofvogels en uilen. Door op het perceel luzerne of grasklaver toe te voegen, wat jaarlijks een aantal keer wordt gemaaid, is er ook een korte vegetatie aanwezig waar de muizen goed te bejagen zijn.
Dit pakket is ooit specifiek ontwikkeld voor muizeneters, zoals de grauwe kiekendief, blauwe kiekendief en de velduil. Behalve voedsel in de vorm van muizen zorgen de ingezaaide stroken voor insecten in de zomer en zaden in de winter, daardoor hebben ook andere akkervogels baat bij dit pakket.
Samenstelling mengsel
Het landelijke beheerpakket laat redelijk vrij met welk mengsel de stroken worden ingezaaid. Als collectief heb je de mogelijkheid deze keuzevrijheid bij de boer te laten, of een verplicht mengsel voor te schrijven.
Voordeel van een verplicht mengsel is dat je kunt sturen op de meest wenselijke samenstelling voor de doelsoort(en) in jouw regio. Dit mag een specifiek mengsel zijn voor de Vogelakker, of eenzelfde mengsel als je gebruikt voor andere akkerpakketten, zoals Wintervoedselakker, Kruidenrijke akkerrand of Bloemblok.
Als je kiest voor stroken met wintervoedsel, dan gaat dat ten koste van kruidenrijke stroken. Doe dit dus alleen in vogelakkers van grotere omvang en in nabijheid van opgaande begroeiing.
Beheeradvies: luzerne of grasklaver

Zorg ook voor een geschikt landbiotoop
- Liever geen bemesting
Dit leidt tot snellere groei waardoor de maaifrequentie van het gewas toeneemt. Naar verwachting heeft bemesting ook een negatief effect op de dichtheid aan muizen. Als de boer toch wil bemesten, doe dat dan binnen 2 dagen na het maaien. Daarmee hou je de verstoring op het perceel beperkt. Als het mesten (veel) later gebeurt, is de kans groot dat nieuwe nesten (in aanbouw) vernietigd worden. - Veldleeuwerik aanwezig? Wacht met de eerste maaibeurt tot 15 juni
Dan weet je zeker dat de jongen van de eerste legsels vliegvlug zijn. - Veldleeuwerik aanwezig? Laat minstens 45 dagen tussen de maaibeurten
Als de jongen van het eerste legsel vliegvlug zijn, gaan ze voor een tweede legsel, en soms zelfs een derde. Voor groei van de populatie zijn minstens 2 succesvolle legsels nodig. De hele cyclus van het bouwen van een nest tot en met vliegvlugge jongen duurt ongeveer 42 dagen. Idealiter wacht de boer iets langer met de tweede maaibeurt, dat lijkt volgens dit onderzoek tot een flink hoger broedsucces te leiden.
Werk met een vals zaaibed
Bij inzaai van de stroken met een mengsel is het zinvol voorafgaand aan het inzaaien een zogenaamd ‘vals zaaibed’ te maken om ongewenste kruiden tegen te gaan. Bij een vals zaaibed bewerk je de grond alsof je al gaat zaaien. Alleen wacht je nog 2 weken met zaaien, waardoor eerst de onkruiden die al in de grond zitten kiemen en opkomen. Door vervolgens één of eventueel twee keer te eggen verwijder je de onkruiden. Pas daarna maak je het definitieve zaaibed. Soort van valsspelen dus, maar dan voor het goede doel!
Op de pagina Onkruidbeheersing op bouwland lees je meer over het werken met een vals zaaibed en andere vormen van onkruidbeheersing.
Beheeradvies: ingezaaide stroken

Zorg ook voor een geschikt landbiotoop
- Maai de ingezaaide stroken gefaseerd
Zonder maaien gaan bepaalde soorten overheersen en krijg je een structuurarme vegetatie. Maai niet jaarlijks de hele strook, maar gefaseerd. Hierdoor ontstaat de meeste variatie, wat gunstig is voor muizeneters. - Maai voor of na het broedseizoen
De eerste en tweede snede van de luzerne valt midden in het broedseizoen. Zorg dat de boer de stroken niet tegelijk met de luzerne maait. - Voer het maaisel af
Dit voorkomt dat met name ongewenste kruiden (akkerdistel en kweek) zich gaan ontwikkelen.
Belang van meerjarigheid
Vogelakkers zijn alleen als meerjarig pakket af te sluiten, idealiter met 3 groeiseizoenen. Dat is een bewuste keuze: binnen één jaar kan zich geen goed voedselaanbod aan muizen, insecten en wormen ontwikkelen. Hiervoor is langere tijd rust in de bodem nodig (geen grondbewerking).
Nadeel van meerjarigheid is dat de onkruiddruk flink kan toenemen. Als 3 groeiseizoenen echt niet haalbaar is, kan het compromis zijn een Vogelakker 2 groeiseizoenen en 3 winters mee te laten gaan, via najaarsinzaai.
Meer informatie
Collectieven
Kennispartijen
- Artikel: optimalisatie van beheer vogelakkers – Vakblad NBL (2023)
- Beheeradvies: vogelakkers – OBN Natuurkennis (2022)
- Factsheet: vogelakker – Vogelbescherming (2016)
- Rapport: broedende veldleeuweriken in luzerne – Kenniscentrum Akkervogels (2024)
- Rapport: diversiteit en effecitiviteit Vogelakkers – OBN kennisnetwerk (2022)
- Rapport: effect vogelakkers op biodiversiteit en de landbouwkundige inpasbaarheid – Kenniscentrum Akkervogels (2019)
- Rapport: effecten meerjarige Vogelakkers op insecten – Vlinderstichting (2019)