04 Legselbeheer op grasland
04 Legselbeheer op grasland
04 Legselbeheer op grasland
Dit pakket is gericht op de bescherming van nesten en kuikens op grasland. Op percelen met legselbeheer worden nesten gemarkeerd én geregistreerd en zorgt de boer dat de nesten gespaard worden bij maaien, mesten of beweiden op het perceel.
Dit pakket helpt dus het nestsucces te vergroten. Wees je er wel van bewust dat dit nog niets zegt over de kuikenoverleving. Alleen legselbeheer, zonder aanvullende maatregelen voor kuikenoverleving, is dan ook niet zinvol.
Combineer met zwaarder weidevogelbeheer
Legselbeheer verhoogt het uitkomstsucces van weidevogelnesten en is eenvoudig in te passen in de bedrijfsvoering. Alleen nestbescherming is niet zinvol: het zorgt niet voor het vliegvlug worden van weidevogelkuikens. Daarvoor zijn ook schuilmogelijkheden en voedsel nodig.
Zorg dus voor voldoende andere beheerpakketten in de directe omgeving, met name Kruidenrijk grasland of, afhankelijk van de doelsoort, ook beweiding via pakket Extensief beweiden of Grasland met rustperiode (en voorweiden).
Weidevogelvriendelijk maaien
Het best is met je deelnemers af te spreken dat er pas gemaaid mag worden als er geen nesten / kuikens meer in het perceel aanwezig zijn. Moet er toch gemaaid worden? Benut dan deze tips:
- Hang de vlag uit!
Plaats 24 uur van tevoren stokken met vlaggen in het perceel om kuikens en hun ouders te verjagen naar aangrenzende percelen. - Maai van binnen naar buiten
De belangrijkste maatregel is ook de eenvoudigste: maai van binnen naar buiten. Door midden op het perceel te starten met maaien en vervolgens naar de buitenkant te maaien, hebben weidevogels de kans om naar naastgelegen percelen te trekken. Zo raken ze niet opgesloten in een steeds kleiner wordend stuk grasland - Opmaaien is ook een optie
Hierbij maait de boer van links naar rechts (of andersom) op een perceel. Hij begint dan met maaien aan de kant waar de weidevogels niet zitten. - Let op alarmerende vogels
Wordt er gemaaid en er lopen kuikens, dan zullen volwassen vogels schijnaanvallen op de trekker uitvoeren. Door even te stoppen met maaien, krijgen vogels de kans hun kuikens weg te leiden. - Maai alleen bij daglicht
In het donker hebben weidevogels niet de gelegenheid een veilige plek te zoeken. Ook kan de maaier zelf niet zien of er alarmerende vogels zijn.
Meerdere nesten? Maak één grote nestenclave of een kuikenveld
Liggen er meerdere nesten vlakbij elkaar, maak dan één grote nestenenclave in plaats van meerdere kleine van elk 50 m2. Dit is effectiever voor de weidevogels en werkt makkelijker voor de boer!
Wil je een groter stuk grasland beschermen, omdat er meerdere nesten liggen: waardeer dan het pakket op door een aanvullende rustperiode af te spreken.
- Het deel van het perceel met nesten wijzig je van pakket 4a naar 4d t/m h: legselbeheer op grasland met een rustperiode van 2 tot 6 weken. Je kiest de juiste pakketvariant op basis van het aantal weken dat nog rust nodig is.
- De rest van het perceel kan de boer gewoon maaien (hier blijft het pakket 4a).
Vergeet niet deze wijziging tijdig bij RVO te melden in SCAN-ICT.
Vormen van legselbeheer

Zorg ook voor een geschikt landbiotoop
Als nesten zijn gevonden, dan is het zaak ze te beschermen. Dit kan op de volgende manieren:
- Een nestenclave van minstens 50 m2
Daarbij laat de boer rondom het gevonden nest een stuk gras staan, hoe groter hoe beter. Praktische tip als er veel ooievaars in het gebied zijn: plaats ongeveer 1 meter om het nest een draadje op heuphoogte. Daar hoeft geen spanning op, maar het houdt de ooievaars vaak wel weg van het nest.
- Het plaatsen van een nestbeschermer
Bij beweiding plaats je een nestbeschermer over het nest, zodat het vee het nest niet kan vertrappen.
- Het plaatsen van een raster
Vogels als de wulp broeden solitair. Via dit pakket kan je individuele nesten uitrasteren. Wil je een raster plaatsen ter bescherming van een heel perceel, dan is pakket 51 Predatierasters meer geschikt.
- Het plaatsen van een nestbeschermer bij sleepslangbemesting
Hierbij dek je het nest tijdelijk af door een soort metalen paddenstoel over het nest heen in de grond vast te pinnen. De sleepslang rolt er dan overeen en het nest blijft heel. Direct nadat het werk klaar is, haal je de afdekking weer weg.
Nestregistratie: hoe pak je dat aan?
Er zijn verschillende methodes om de nesten te registreren: digitaal of gewoon nog op papier. Er is geen goed of fout, zolang je maar aan RVO kan aantonen dat er naar nesten is gezocht. Het gaat er vooral om wat het beste werkt voor jouw collectief, de deelnemers en de vrijwilligers.
Registratie op stalkaarten
Dit is de oorspronkelijke manier: een kaart met alle beheerpercelen van de boer.
- Daarop wordt handmatig een stip gezet op de locatie van het nest, samen met aanvullende informatie, zoals datum veldbezoek, soort weidevogel, predatie-informatie, etc.)
- Een exemplaar is voor de weidevogelvrijwilliger / het collectief, de ander voor de boer zelf om (bijvoorbeeld) in de stal te hangen: voordat hij gaat maaien heeft hij dan de informatie bij de hand waar alle nesten zitten.
Digitale registratie
Er zijn verschillende mogelijkheden om nesten digitaal te registreren. SCAN-ICT heeft een koppeling met:
- Boerenlandvogelmonitor (LandschappenNL)
- BFVW (Bond van Friese VogelWachten)
Nesten die in deze systemen zijn ingevoerd, zijn de dag erop zichtbaar in SCAN-ICT.
Nesten terugvinden in het veld: hoe pak je dat aan?
Net als met de registratie zijn hier ook verschillende methoden:
Markeren met een stok
Dit is de meest voorkomende methode. Door vanaf de rand van het perceel te zoeken naar alarmerende vogels of met behulp van een weidevogeldrone, wordt in beeld gebracht of er nesten voorkomen op het perceel. Als dat zo is, plaats je eenvoudig een stok bij het nest.
Nadeel van deze aanpak is dat nestbezoek nodig is. Nestbezoek wijst predatoren de weg, dus je wil nesten zo min mogelijk bezoeken. Tegelijk: liever een nest (be)zoeken en daarna beschermen, dan helemaal geen nestbescherming bij maaien, mesten of beweiden.
Markeren via GPS-coördinaten
De moderne variant van markeren met een stok is het vastleggen van nesten met een weidevogeldrone. De drone registreert de GPS-coördinaten van het nest. Als de boer een trekker met GPS-systeem heeft, kan hij de coördinaten van het nest invoeren en zo om de nesten heen maaien. Deze aanpak is heel kansrijk voor de toekomst. Feit is dat het momenteel meer uitzondering dan regel is: GPS-systemen zijn duur en voor melkveehouders vooralsnog geen interessante investering.
Registreer ook de afwezigheid van nesten
Voor dit pakket is verplicht om ook te registreren wanneer er geen nesten zijn gevonden. Dat heeft twee redenen:
- Door aan geven wanneer een perceel (beheereenheid) is afgezocht, kan je als collectief aan RVO laten zien dat je aan de beheereis voldoet van ‘aantoonbaar zoeken naar nesten’. Het gaat daarbij om het aantonen dat je gezocht hebt, los van de uitkomst of daar wel of geen nesten bij zijn gevonden.
- Data van de afwezigheid van nesten is ook interessant! Zonder registratie kun je geen historie opbouwen van een perceel, zaten er de voorgaande jaren geen vogels, of waren ze er wel en zijn ze niet geregistreerd? Door actief te registreren dat er geen nesten zijn gevonden, bouw je monitoringsdata op over je weidevogelgebied.