Succesvol weidevogelbeheer
Het leefgebied Open grasland richt zich op weidevogels. Succesvol weidevogelbeheer gaat om het realiseren van een combinatie van maatregelen die er samen voor zorgen dat weidevogels rustig kunnen broeden, hun eieren uitkomen en de jongen groot worden. Anders gezegd: dat hun leefgebied voldoet aan de habitateisen voor Voedsel, Veiligheid en Voortplanting, vertaald in concrete beheermaatregelen, zoals plasdras en hoog waterpeil, uitgesteld maaien, beweiding en kruidenrijk grasland.
Het is niet nodig (en ook niet haalbaar) dat elke boer op zijn bedrijf alle vormen van weidevogelbeheer uitvoert. Als collectief zorg je ervoor dat de boeren in een weidevogelgebied gezamenlijk het hele palet aan maatregelen uitvoeren.
Het doel: voldoende kuikens groot krijgen!
De aanwezigheid van mooie aantallen weidevogels is niet het enige criterium om te bepalen of iets een goed weidevogelgebied is. Het gaat om:
- Nestsucces: of er voldoende nesten uitkomen
- Kuikenoverleving: of er voldoende kuikens vliegvlug worden.
Zonder voldoende aanwas neemt de populatie in omvang af. Aangenomen wordt dat als 65% of meer van de (grutto)kuikens vliegvlug wordt, dit voldoende is om voor aanwas van de populatie te zorgen.
Vuistregels voor een goed weidevogelgebied
Diverse onderzoeken leiden tot een aantal vuistregels waar een goed weidevogelgebied aan moet voldoen. Deze komen soms als criteria terug in het provinciale Natuurbeheerplan.
- Omvang
Idealiter bevat een weidevogelgebied minimaal 250 hectare open landschap dat in de basis geschikt is voor weidevogels. Dat halen lang niet alle weidevogelgebieden, maar in ieder geval geldt: hoe groter hoe beter! - Openheid en rust
Weidevogels zijn gevoelig voor verstoring en hebben behoefte aan een open landschap. Zorg dat het grootste deel van het ANLb op voldoende afstand van verstoringsbronnen ligt. Binnen de verstoringsafstand komen minder weidevogels voor dan het geval was geweest zonder verstoring, anders: het beheer is daar veel minder effectief. Hanteer tijdens het broedseizoen een rustperiode waarbij boeren pas maaien wanneer de jongen vliegvlug zijn. - Kuikenland
Kuikens (en hun ouders) hebben voedsel en dekking nodig. Dit vinden ze in zogeheten kuikenland. Voor de grutto geldt de vuistregel: minimaal 1,4 hectare kuikenland per grutto broedpaar. Daarbij is elk blok kuikenland idealiter minimaal 10 hectare groot en de onderlinge afstand tussen elk blok kuikenland is maximaal 150 meter. Als weidevogels grotere afstanden moeten afleggen door percelen zonder beschutting, neemt het predatierisico flink toe. Kruidenrijk grasland met uitgesteld maaien is de beste vorm van kuikenland voor grutto’s en tureluurs. Voor kievit en scholekster kan beweid grasland en bouwland als kuikenland gelden. - Nat biotoop
Idealiter heeft het weidevogelgebied een verhoogd waterpeil. Plan B is het realiseren van voldoende plasdrassituaties: minstens 0,5 hectare plasdras per 100 hectare weidevogelgebied. Ook natuurvriendelijke oevers zijn zinvol. Effect van de hogere grondwaterstand of plasdras is dat wormen beter bereikbaar zijn én dat de grasgroei wordt geremd. Dat biedt kansen voor een meer open structuur en dit hebben weidevogels liever dan een dik pak gras.
De weidevogelsoorten die aanwezig zijn in je gebied bepalen je uiteindelijke keuze in beheerpakketten.
Werk samen met andere partijen
Het beheer in weidevogelgebieden vraagt per definitie samenwerking met partijen buiten het collectief. Een paar succesvolle voorbeelden uit het land:
- Doe de BTS-telling samen met TBO’s in je gebied. Organiseer samen één dag waarin de tellingen worden uitgevoerd.
- Organiseer per weidevogelgebied (of cluster van gebieden) minimaal twee keer per jaar een afstemmingsoverleg met een afvaardiging van alle partijen: collectief, waterschap, gemeente, ANLb-deelnemers, vrijwilligers, WBE, TBO en/of particuliere natuurbeheerder en eventuele andere logische organisaties in jouw werkgebied. Kies bijvoorbeeld voor een gezamenlijke bijeenkomst voor de start van het weidevogelseizoen (voorbereiding: wat moeten we met elkaar nog regelen?) en een na afloop ervan (evaluatie: wat leren we van dit jaar en doen we volgend jaar anders?).
Meer informatie
Collectieven
Kennispartijen
- Rapport: ecologie van weidevogels – Altenburg & Wymenga (2014)
- Veldgids: weidevogelbescherming – Landschapsbeheer Nederland (2003)
- Rapport: winst en weidevogels – Louis Bolk Instituut (2022)
- Poster: boeren met weidevogels
- Video: cursus weidevogelbescherming (deel 1): problematiek en achteruitgang – Coördinatiepunt Landschapsbeheer (2021)
- Video: cursus weidevogelbescherming (deel 2): gedrag en herkenning – Coördinatiepunt Landschapsbeheer (2021)
- Video: cursus weidevogelbescherming (deel 3): zoeken, vinden en beschermen – Coördinatiepunt Landschapsbeheer (2021)
- Direct in je mailbox: aanmelden voor columns van de Weidevogelman
- Direct in je mailbox: aanmelden voor nieuwsbrieven van Kennisportaal Boerenlandvogels