13 Botanisch grasland
13 Botanisch grasland
13 Botanisch grasland
Dit pakket is het zusje van pakket 5 Kruidenrijk grasland, maar wordt met name (maar niet uitsluitend) ingezet in leefgebied Dooradering. De nectar van bloeiende kruiden is voedsel voor insecten, die op hun beurt weer voedsel vormen voor diverse vogels.
Dit pakket kent ook een variant met een late en lange rustperiode, specifiek voor de kwartelkoning. De kwartelkoning maakt, naast een aantal akkerpercelen in met name Groningen, ook regelmatig gebruik van hooilanden langs de grote rivieren.
Wanneer maaien?
Wat het beste moment is om te maaien, is vooraf afhankelijk van het type grasland op het perceel.
Het doel van dit pakket is om graslandtype 3 (Gras-kruidenmix) of type 4 (Bloemrijk grasland) te realiseren. Type 3 kenmerkt zich door 15 – 20 verschillende grassen en kruiden per 25 m2, bij type 4 gaat het om 20 – 40 soorten.
De 2e helft van juni pas maaien, is alléén verstandig als het perceel al soortenrijk is. Als dit niet het geval is en bepaalde grassen als bijvoorbeeld witbol sterk domineren, is eerder maaien wenselijk: in de 2e helft van mei.
Op de pagina Ontwikkelen kruidenrijk(er) grasland vind je concrete handvatten over het beste moment om te maaien.
Ook goed om te weten: als je dit pakket afsluit, dan moeten volgens de beheereisen op het perceel al 4 soorten aanwezig zijn van de indicatorsoortenlijst. Als deze 4 soorten er staan, zegt dat nog niets over de kruidenrijkdom van het perceel.
Insectenvriendelijk maaien
Een paar belangrijke aandachtspunten bij het maaien van graslanden ten gunste van insecten:
- Doe kalm aan
Je kunt je voorstellen dat een grote maaibreedte (bijvoorbeeld bij een front- en zijmaaier samen) in combinatie met een hoge maaisnelheid de overlevingskansen van insecten (en andere fauna) flink verlagen. Kalm aan dus!
- Maai gefaseerd
Bij gefaseerd maaien laat je bij elke maaibeurt een deel van de vegetatie staan. Het liefst 15 – 30% van het meest kruidenrijke en zonnige deel. Zo blijft voor insecten voedsel en beschutting beschikbaar. Door tussen de maaibeurten tijd te laten, kan de vegetatie weer hergroeien en ontstaat variatie. Je kunt kiezen voor specifiek sinusbeheer of gewoon stroken laten overstaan. Laat ook in de winterperiode een deel staan.
- Klepel niet
Maaien is per definitie een ingrijpende maatregel voor insecten. Klepelen is daarbij echt funest: slechts 20% van de aanwezige insecten overleeft dat. Hoe meer de vegetatie intact blijft bij het maaien, hoe groter de overlevingskans. Bij gebruik van de schotelmaaier stijgt dat percentage daardoor al naar 40%.
Welk deel laat ik staan bij elke maaibeurt?
Percelen met 1 – 2 maaibeurten per jaar
- Het gaat dan vaak om een maaibeurt in juni en september. Het deel dat je bij de 1e maaibeurt laat staan, maai je de 2e keer gewoon weer mee.
- De tijd tussen beide maaibeurten is dan voor de meeste insecten voldoende om een levenscyclus te voltooien.
Percelen met 3 maaibeurten per jaar
- Maai het deel dat je bij de 1e maaibeurt laat staan, pas weer bij de 3e maaibeurt
- De tijd tussen twee maaibeurten is anders te kort voor insecten een levenscyclus af te ronden.
Of het nou 1 of 3 maaibeurten is/zijn: laat altijd een stuk overstaan in de winter.
Percelen met een nog hogere maaifrequentie
- Ligt de maaifrequentie nog hoger dan 3 x per jaar? Kijk dan kritisch of dit beheerpakket wel het juiste is.
- Is de gewasproductie nog erg hoog en voeren grassen de boventoon? Dan is pakket 41 Ontwikkeling kruidenrijk grasland waarschijnlijk meer geschikt.
- Is het perceel wel kruidenrijk, maar wil de boer zelf vaker maaien? Kijk dan of deelname aan ANLb wel passend is. Het doel van botanisch grasland is het bieden van Voedsel, Voorplanting of Veiligheid aan dieren. Dat gaat niet goed samen met zeer intensief (maai)beheer.
Randenbeheer met name aan de zonzijde

Zorg ook voor een geschikt landbiotoop
Randenbeheer is met name zinvol langs landschapselementen zoals houtsingels, bosjes, natuurvriendelijke oevers en sloten. Je zorgt daarmee voor een extra zone met extensief beheer, waar veel soorten voedsel, veiligheid of zelfs een voortplantingslocatie kunnen vinden.
Het is logisch dat een boer randen het liefst aan de noordzijde van beplanting ziet: vanwege de schaduw is de gewasopbrengst hier toch al lager. Als de randen rondom het hele perceel worden afgesloten: logisch dat een deel dan in de schaduw ligt. Sluit je op slechts een deel van het perceel randenbeheer af? Doe dit dan alleen op zonnige delen. Hier ontwikkelen zich meer kruiden en insecten zitten ook graag in de zon. Oftewel: de biodiversiteitswaarde van de rand is hier veel groter.
Instandhoudingsbemesting
Wanneer de gewenste gewasproductie (5-7 ton droge stof per hectare per jaar) is bereikt, is instandhoudingsbemesting zinvol. Daarmee voorkom je dat de droge stof opbrengst per jaar té laag wordt en de kruidenrijkdom onbedoeld weer afneemt. Dit speelt met name op zandgronden.
Jaarlijks bemesten is niet verstandig, maar eens per 3 jaar bemesten met 10 ton vaste mest per hectare wel. Deze mestgift gaat verzuring van de bodem tegen. Bekalken in het najaar voorkomt ook verzuring van de bodem. Kies dan een traag werkende kalksoort, zodat de bodem niet in één keer een grote schok te verwerken krijgt.
Rustperiode voor de kwartelkoning
Er zijn op dit moment ook drie pakketvarianten met een rustperiode vanaf 15 juni. Deze zijn bedoeld voor graslandpercelen, waar kwartelkoningen zijn gesignaleerd. Deze soort arriveert pas in mei in Nederland, waar ze vervolgens graag broeden op bloemrijke hooilanden in uiterwaarden van de grote rivieren, mits de vegetatie daar op dat moment minstens 20 centimeter hoog is. Begin juni brengen vrijwilligers van Sovon in beeld op welke percelen kwartelkoningen zitten. Jaarlijks kan dat sterk variëren.
Vanaf het moment dat de kwartelkoning op het perceel arriveert, is een rustperiode (niet maaien) wenselijk, tot het eind van hun broedperiode. Minimaal tot eind juli (dan zijn de kuikens van het 1e broedsel vliegvlug), maar liever nog tot eind augustus (dan zijn ook de kuikens van een 2e broedsel vliegvlug).
Doordat pas juni duidelijk is waar een rustperiode voor de kwartelkoning zinvol is, is (zonder kortingen) ANLb afsluiten best lastig in verband met de uiterste momenten om nieuw of gewijzigd beheer in te dienen bij RVO. Direct beheer afsluiten met een rustperiode voor de kwartelkoning is in principe niet verstandig: jaarlijks dusdanig laat maaien is niet gunstig voor (het vergroten van) de kruidenrijkdom.
Heb je het typische ‘crex crex’ geluid van een kwartelkoning gehoord? Meld het dan op waarneming.nl!
Beheer voor de kwartelkoning in SCAN-GIS
Situatie 1: Er ligt nog géén ANLb-pakket 13 op het perceel
- In dat geval wil je direct pakketvariant 13 e, f of g afsluiten.
- Dit intekenen moet in principe 7 dagen voor 1 april (= moment waarop de NVWA een perceel op indicatorsoorten kan toetsen).
- Deze 25 maart (7 dagen voor 1 april) is te vroeg: op dat moment is nog helemaal niet duidelijk of de kwartelkoning zich hier gaat vestigen.
Situatie 2: er ligt wél al een ANLb-pakket 13 op het perceel
- In dit geval wil je het huidige beheer voor botanisch hooiland of weiland (pakketvariant 13a of b) via last-minute beheer wijzigen naar beheer met een rustperiode (pakketvariant 13 e, f of g).
- Deze wijziging doorvoeren moet in principe 7 dagen voor 15 juni (= moment waarop de NVWA een perceel op de rustperiode kan toetsen).
- Deze 8 juni (7 dagen voor 15 juni) komt soms net te vroeg: op dit moment is niet altijd bekend of de kwartelkoning zich hier heeft gevestigd.
Heb je als collectief voldoende financiële armslag, dan kan je overwegen beheer voor de kwartelkoning af te sluiten via een Z-pakket, en dit beheer dus niet in te dienen bij RVO. Ook hebben een aantal collectieven met de provincie aparte financiële afspraken gemaakt over last-minute beheer voor de kwartelkoning.
Meer informatie
Collectieven
Kennispartijen
- Zelf bestellen: veldgids Ontwikkelen kruidenrijk grasland – Aardewerk Advies
- Factsheet: gedegenereerd grasland – Adviesloket Bodem & Natuur (2024)
- Factsheet: kruidenrijk grasland – Vogelbescherming (2016)
- Website: sinusbeheer – Vlinderstichting
- Brochure: kruidenrijk grasland meerwaarde voor vee bedrijf en weidevogels – WUR (2014)